Binnenklimaat en comfort
De gemiddelde Nederlander brengt 80 tot 90% van zijn/ haar tijd binnen door. Het is dan ook van belang dat het binnenmilieu van een dusdanige kwaliteit is dat gebruikers zich gezond en comfortabel voelen.
Het binnenmilieu omvat alle fysische (temperatuur, vochtigheid, geluid, licht), chemische en biologische factoren in een gebouw die van invloed zijn op gezondheid en welzijn van de gebruikers. Binnenmilieu is onder te verdelen in de aspecten thermisch binnenklimaat, luchtkwaliteit, geluid, (dag)licht en uitzicht. Psychologische aspecten als privacy en groenbeleving vallen er ook onder.
Voor het binnenmilieu wordt onderscheid gemaakt in 3 niveaus: minimaal (klasse C), beter (klasse B) en goed/zeer goed (klasse A).
Bij het gebouwontwerp zijn verschillende berekening beschikbaar die een voorspelling doen over het comfort in een gebouw, voorbeelden hiervan zijn het model van Fanger, TO-berekening (temperatuuroverschrijding), lichtberekeningen, etc. Wel is van belang om na oplevering van een gebouw deze berekeningen in de praktijk te toetsen en te meten.
Vooral in zorggebouwen is er nog weinig aandacht voor een goed binnenmilieu en daarmee samenhangend het Co2-niveau, wij besteden hier veel aandacht in de vorm van Frisse Zorg, zie www.frissezorg.nl.